George Russell is niet van plan zijn contract bij Mercedes zomaar te verlengen. Hoewel de Brit zich nog altijd formeel aan het team verbonden voelt, klinkt er tussen de regels door een steeds kritischer ondertoon. Verwachtingen werden niet waargemaakt, en het geduld van de 26-jarige coureur begint duidelijk op te raken.
Na drie seizoenen zonder noemenswaardige titelstrijd is de realiteit hard. Russell kwam in 2022 over van Williams, met de belofte dat hij bij Mercedes zou meestrijden om wereldkampioenschappen. Die belofte is nog altijd niet ingelost, en dat lijkt door te werken in zijn opstelling richting het team.
“Geen vast contract nodig – prestaties moeten tellen”
In gesprek met de media laat Russell weten dat hij geen behoefte heeft aan een langetermijncontract. Sterker nog, hij ziet het als een risico. “Als ik niet presteer, moet het team niet aan me vastzitten,” klinkt het resoluut. Die opmerking klinkt nobel, maar heeft ook een strategisch randje: geen langdurige verbintenis betekent dat hij zijn opties openhoudt.
Russell houdt de deur nadrukkelijk op een kier voor andere mogelijkheden, mocht Mercedes opnieuw geen competitieve auto leveren. “Het moet van twee kanten komen. En ik zit op dit moment niet echt achter iets aan,” klinkt het diplomatiek. Maar de onderliggende boodschap is duidelijk: als Mercedes hem niet biedt wat hij zoekt, kijkt hij elders.
Geen titelstrijd, wél honger
Dat Russell zich zorgen maakt over de koers van het team, blijkt uit zijn terugblik op zijn carrière tot nu toe. “Ik had gehoopt dat ik nu, na zeven seizoenen, op zijn minst een jaar zou hebben gevochten voor een kampioenschap,” stelt hij met zichtbare teleurstelling. “Toen ik bij Mercedes kwam, dachten we dat elk jaar een kampioenschapsstrijd zou zijn. Helaas is dat niet zo gebleken.”
Sinds zijn overstap heeft Russell moeten toekijken hoe Max Verstappen en inmiddels ook McLaren de dienst uitmaken aan de top. Mercedes is nog steeds op zoek naar stabiliteit, en vooral: snelheid. Voor een coureur in zijn prime is dat moeilijk te verteren.
Wat wil Russell eigenlijk?
Hoewel hij zijn loyaliteit niet openlijk in twijfel trekt, is het teken aan de wand. Russell wil vechten om prijzen, niet om vierde plekken. Zijn honger is onverminderd groot, maar dat geldt inmiddels ook voor zijn ongeduld.
Mocht Mercedes in 2026 – met de komst van de nieuwe motorreglementen – nog steeds geen serieuze rol spelen in het kampioenschap, dan is de kans groot dat Russell het ergens anders gaat proberen. En wie weet: misschien is zijn “ik zit nergens achteraan” net zo goed bedoeld als een waarschuwing.
Geef een reactie