Toprenster Demi Vollering reageert op kritiek op haar gewicht!

De woorden van ploegleider Lars Boom over de fysieke gesteldheid van wielrenster Demi Vollering zorgen voor een verhitte discussie aan tafel bij De Oranjezomer. Boom suggereerde na afloop van de Tour de France dat Vollering mogelijk had kunnen winnen als ze “misschien was afgevallen”. De opmerking kwam hard aan bij sommige kijkers – en ook presentatrice Hélène Hendriks vroeg zich hardop af: “Kan je dat soort dingen tegenwoordig nog wel zeggen?”

Hoewel Vollering zelf weinig ophef wil maken over de woorden van haar ploegleider bij FDJ-SUEZ, blijft het onderwerp niet onbesproken. Ze gaf aan tevreden te zijn met haar lichaam en zegt bewust te kiezen voor een realistisch voorbeeld. “Dan ben ik maar wat zwaarder,” aldus de Nederlandse wielrenster. “Ik wil een positief signaal afgeven aan andere jonge meiden.”

De toon aan tafel: ‘We zijn veel te voorzichtig geworden’

Toch zijn er ook andere geluiden, met name van oud-schaatser Ben van der Burg. Die vindt de ophef zwaar overtrokken en stelt dat zulke opmerkingen in de topsport gewoon thuishoren. “We durven niks meer tegen elkaar te zeggen,” aldus Van der Burg, die zijn punt kracht bijzet met een klap op tafel. “Dat soort dingen zeggen ze toch ook tegen voetballers? Als iemand daar te zwaar is in de voorbereiding, dan hoor je het ook.”

Jan Slagter, Nicky van der Gijp en Jack van Gelder sluiten zich grotendeels aan bij zijn standpunt. Volgens hen is het onderwerp verre van nieuw. Van der Gijp verwijst naar de keiharde analyses in het voetbal en Van Gelder haalt aan dat ook Leontien van Moorsel jarenlang moest worstelen met haar gewicht in de wielersport. “Het is een gevoelig onderwerp, maar niet per se van deze tijd.”

Topsport of taboe?

De centrale vraag blijft hangen: is het professioneel om een atleet op gewicht aan te spreken, of raken we daarmee aan een maatschappelijk beladen onderwerp? In een tijd waarin mentale gezondheid en lichaamsbeeld vaker onderwerp van gesprek zijn, voelt het bespreken van gewicht in de sport als een mijnenveld.

Van der Burg benadrukt echter dat niemand richting eetstoornissen praat. “In het wielrennen – bij mannen én vrouwen – zie je gelukkig dat het allemaal niet extreem hoeft. We praten over prestaties, niet over uiterlijk.” Volgens hem moet het onderwerp bespreekbaar blijven, zolang het maar binnen de professionele context gebeurt.

Vollering houdt het zelf rustig

Demi Vollering lijkt zich ondertussen weinig aan te trekken van de commotie. Ze geeft aan trots te zijn op haar prestaties en haar lichaam, ongeacht haar plek op het podium. “Ik voel me goed, en dat is het belangrijkste.”

Toch heeft de opmerking van Lars Boom een snaar geraakt. Niet per se bij Vollering, maar wel in het publieke debat. Want in een wereld waar elk woord op een goudschaaltje wordt gewogen, blijft de vraag overeind: is topsport nog een plek voor recht-door-zee-analyses, of schuurt dat te veel met maatschappelijke gevoeligheden? Eén ding is duidelijk: iedereen heeft er een mening over.